Wellicht ben je bekend met de zogeheten varkenscyclus: als varkensfokkers op
de varkensmarkt de prijs zien stijgen, reageren ze door meer varkens te gaan
fokken. Enige tijd later neemt het varkensaanbod hierdoor toe en wordt de
vraag overtroffen. De prijs daalt.

Varkensboeren schroeven hun fokprogramma’s vervolgens terug en sommige boeren
gaan failliet. Het lagere varkensaanbod dat met enige tijd vertraging volgt,
zorgt er vervolgens voor dat de prijs weer begint op te lopen. De cyclus
herhaalt zich opnieuw…

Winstmarge en concurrentie
Vergelijkbaar met de varkenscyclus is de ontwikkeling van bedrijven en hun
winstmarges. Vaak wordt in tijden van recessie flink gesaneerd. In het
economische herstel dat op een recessie volgt, vertaalt extra omzet zich dan
voor een relatief groot gedeelte in extra winst. De winstmarges van
bedrijven in de periode na een recessie ligt dan ook veelal bovengemiddeld
hoog.

Maar zoals beren op honing afkomen – of varkensboeren op hoge varkensprijzen –
trekken hoge winstmarges in een vrije-markteconomie snel concurrentie aan.
Met soortgelijke producten wordt geprobeerd een graantje van de hoge winsten
mee te pikken.

Dit extra aanbod leidt ertoe dat het met de hoge winstmarges snel is gedaan.
Deze zullen terugvallen naar gemiddelde niveaus, en heel wel mogelijk zelfs
daaronder.

Hoge marges
Wanneer we kijken naar de actuele situatie dan valt op dat de winstmarges
momenteel opmerkelijk hoog liggen. Dat is slecht nieuws: het is immers
simpelweg een kwestie van tijd voordat deze zullen terugkeren naar hun
historische gemiddelde.

Een lagere winstmarge impliceert (bij een gelijke omzet) een lagere winst en
dus eigenlijk indirect ook dat aandelen een stuk duurder zijn dan ze op het
eerste gezicht wellicht lijken.

Kijken we naar de Verenigde Staten dan geldt dat de gemiddelde winstmarge hier
de afgelopen 30 jaar 8,4 procent bedroeg. Momenteel bedraagt de winstmarge
er echter 13,3 procent. Bijna 60 procent hoger dus dan het langjarig
gemiddelde. Enkel in 2007 was de winstmarge met 13,9 procent nog wat hoger.

De koers/winstverhouding van 's werelds belangrijkste beursindex, de S&P
500, bedraagt op basis van de winst over het afgelopen jaar zestien. In 2010
was sprake van een winst van 83,16 dollar per fictief S&P 500-aandeel
terwijl de actuele koers van de S&P 500 1.331 punten bedraagt (1331 /
83,16 = 16).

Deze waardering van zestien keer de winst is aan de goedkope kant te noemen.
Rekenen we echter met een genormaliseerde winstmarge (dus 8,4 procent in
plaats van 13,3 procent) dan zou sprake zijn van een flink lagere winst en
daarmee van een substantieel hogere koers/winstverhouding. Die zou dan maar
liefst 25 bedragen.

En daarmee zijn aandelen lang niet zo goedkoop als ze op het eerste gezicht
wellicht lijken.

Maar ehm...?
Wanneer we met beleggers hierover spreken, wordt nogal eens geopperd dat
westerse bedrijven steeds meer mondiaal opereren en dat hogere marges
hierdoor structureel zouden zijn. Dat is echter een misvatting.

Globale concurrentie en beter toegankelijke informatie - zowel voor bedrijven
als voor de consument - leidt er naar alle waarschijnlijkheid niet toe dat
de winstmarges structureel hoger zullen liggen.

Een andere misvatting is dat door efficiëntieverbeteringen, als gevolg van de
algehele technologische vooruitgang, bedrijven in staat zijn hun winstmarge
gestaag op te voeren. Ook dat klopt niet. Doordat in principe alle bedrijven
kunnen profiteren van handige software en technologische vindingen geldt dat
de toenemende efficiëntie - ofwel de gestaag stijgende algehele welvaart -
eigenlijk vooral aan de consument toevalt. En dus niet aan ondernemingen die
hun winstmarges gestaag zouden kunnen opvoeren.

Wat te doen?
Bedrijven die beschikken over duurzame competitieve voordelen zijn anders dan
zwakkere bedrijven wel in staat om hun hoge winstmarges vast te houden.
Bezit je aandelen van dergelijke bedrijven en is de waardering bescheiden?
Dan heb je van druk op de marges waarschijnlijk niet al te veel te vrezen.

Bij bedrijven die niet over competitieve voordelen beschikken is het echter
een kwestie van tijd voordat de winstmarges richting hun langjarige
gemiddeldes zullen tenderen. Deze aandelen lijken nu weliswaar aantrekkelijk
gewaardeerd, maar zijn heel wel mogelijk fors geprijsd. Heb je aandelen van
dergelijke bedrijven in portefeuille en vermoed je dat de marges ervan wel
eens onder druk kunnen komen? Overweeg dan verkoop.

Periodes met bovengemiddelde winstmarges - waardoor aandelen goedkoper lijken
dan ze eigenlijk zijn - worden immers onherroepelijk gevolgd door periodes
waarin de winstmarges terugvallen. Varkensboeren weten daar alles van...

Hendrik Oude Nijhuis heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van 's
werelds beste beleggers en is tevens oprichter van
warrenbuffett.nl
over de beleggingsstrategie van Warren Buffett.

Lees ook:

Hendrik Oude Nijhuis: zo waardeer je zelf aandelen (2)

Hendrik Oude Nijhuis: Pas op met Japanse aandelen

Hendrik Oude Nijhuis: ‘Griekenland beter snel uit euro’

Hendrik Oude Nijhuis: let op woekerpremies bij aandelen

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl